Warmtenetten worden vaak gepresenteerd als dé duurzame oplossing voor de energietransitie. Gemeenten en energieleveranciers promoten warmtenetten als efficiënte en milieuvriendelijke alternatieven voor aardgasgestookte verwarmingssystemen. Maar hoe duurzaam zijn warmtenetten daadwerkelijk? In deze blog gaan wij proberen antwoord te geven op de vragen of industriele restwarmte een duurzame oplossing is en of warmtenetten toekomstbestendig zijn.
Volgens de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland bestond in 2023 slechts 35% van de energie binnen gerapporteerde warmtenetten uit duurzame bronnen (tegenover 37,9% in 2022 en 38,5% in 2021). Veel warmtenetten draaien dus nog steeds grotendeels op fossiele brandstoffen. De daling in 2023 werd onder andere veroorzaakt door storingen en het stilleggen van drie grote warmtenetten, waardoor minder duurzame noodvoorzieningen moesten worden ingezet. Desondanks zorgden grote warmtenetten voor een CO₂-besparing van ongeveer 50% per jaar waar eerder aardgas werd gebruikt.
Industriële Restwarmte: Duurzame Oplossing of Paradoxale Afhankelijkheid?
Een belangrijke factor in de duurzaamheid is het gebruik van industriële restwarmte. Laten we inzoomen op deze warmtebron die als duurzaam wordt gepresenteerd: Warmte die anders verloren zou gaan, wordt door restwarmte hergebruikt. Maar zolang de industrie zelf nog grotendeels afhankelijk is van fossiele brandstoffen, blijft de CO₂-uitstoot indirect voortbestaan – zij het op een andere manier. Dit roept ook een belangrijke vraag op: creëert deze methode een paradoxale afhankelijkheid? Als industriële restwarmte een cruciale rol speelt in warmtenetten, verdwijnt mogelijk de prikkel om de industrie zelf sneller te verduurzamen.
Zijn warmtenetten toekomstbestendig?
Niet alleen de herkomst van de warmtebronnen is belangrijk, maar ook de levensduur en toekomstbestendigheid van warmtenetten. Zijn ze op de lange termijn écht de juiste oplossing voor een duurzaam Nederland? Er bestaan verschillende typen warmtenetten: Hoogtemperatuur-netten (80-120°C), middentemperatuur-netten (55-75°C) en laagtemperatuur-netten (onder 55°C). Goed geïsoleerde woningen kunnen ook met lagere temperaturen worden verwarmd, wat energiezuiniger is en in de zomer zelfs kan bijdragen aan koeling. Dit maakt laagtemperatuur-netten een toekomstgerichte oplossing, vooral omdat hittegolven steeds vaker voorkomen. Twee vliegen in één klap! Helaas is het moeilijk om een warmtenet oplossing als ‘goed’ of ‘slecht’ te bestempelen, omdat de geschiktheid sterk afhankelijk is van de situatie. Een slecht geïsoleerde woning profiteert minder van een laagtemperatuur-warmtenet, terwijl een historisch stadscentrum mogelijk überhaupt niet geschikt is voor een laag temperatuur warmteaansluiting.
Samenvattend kan worden gezegd dat het grote voordeel van warmtenetten hun flexibiliteit is: als ze nu nog afhankelijk zijn van fossiele brandstoffen, door bijvoorbeeld restwarmte, kunnen ze in de toekomst overschakelen op duurzamere energiebronnen, zoals zonnepanelen of geothermie. De werkelijke duurzaamheid hangt dus af van de snelheid waarmee fossiele bronnen worden vervangen door écht hernieuwbare energie. Warmtenetten hebben potentie om in de toekomst volledig duurzaam te worden.
Toch is er nog een lange weg te gaan. Energie Beheer Nederland meldde recentelijk dat nog altijd 89% van de gebruikte warmte in Nederland uit fossiele brandstoffen komt. Er is dus nog veel ruimte voor verbetering, en elke optie om de warmtevoorziening te verduurzamen moet worden benut. Warmtenetten vormen een duurzamer alternatief voor aardgas, maar zijn nog niet per definitie duurzaam als CO₂-neutraliteit het einddoel is. Daarom is het belangrijk om kritisch te blijven kijken naar de daadwerkelijke herkomst van de warmte en naar nieuwe alternatieven te blijven kijken.
Elke stap richting een aardgasvrije toekomst is een stap vooruit!